Vrijstellingen voor starterscursus | AgroCampus
Menu

Vrijstellingen voor starterscursus

  • Een van de voorwaarden om te voldoen aan de definitie jonge landbouwer (in het kader van de inkomenssteun en VLIF investerings- en vestigingssteun) is de vakbekwaamheid van de jonge landbouwer. De jonge landbouwer beschikt over de vereiste vakbekwaamheid indien hij beschikt over:
    • Een diploma of getuigschrift van een afgeronde basisopleiding met betrekking tot landbouw of tuinbouw (of over een gelijkgesteld diploma of getuigschrift in het buitenland). OF
    • Een installatieattest van een startersopleiding land- en tuinbouw.
  • Diploma’s of getuigschriften van onderstaande opleidingen komen in aanmerking om de vereiste vakbekwaamheid aan te tonen.
    • Secundair onderwijs
      • Technisch secundair onderwijs (TSO)
        • Planttechnische wetenschappen
        • Dier- en landbouwtechnische wetenschappen
        • Se-n-Se Agro- en groenbeheer
      • Beroeps secundair onderwijs (BSO)
        • Landbouw
        • Tuinbouw en groenvoorziening
        • 7de specialisatiejaar Tuinbouwproductie   • 7de specialisatiejaar Veehouderij en landbouwteelten
      • Vanaf 1/7/2025:
        • A – Dier en milieu
        • A – Plant en milieu
        • D&A – Agrotechnieken dier
        • D&A – Agrotechnieken plant
        • Se-n-Se– Productiemedewerker dier
        • Se-n-Se– Productiemedewerker plant
        • Se-n-Se– Agromanagement
    • Hoger onderwijs
      • Gegradueerde in de landbouw en biotechnologie: landschapsbeheer en landbouw
      • Graduaat ‘biotechniek – land en tuinbouw’
      • Bachelor agro-en biotechnologie:
        • agro-industrie,
        • biotechnologie,
        • landbouw
        • tuinbouw
        • groenmanagement
      • Bachelor landbouw en biotechnologie: landschapsbeheer en Landbouw
      • Bachelor landbouwtechnologie
      • Bachelor biowetenschappen (biotechniek
      • Master in de biowetenschappen (vroegere industrieel ingenieur)
        • Land- en tuinbouwkunde
      • Bachelor land- en tuinbouwkunde (met uitzondering van voedingstechnologie)
      • Master in de diergeneeskunde
        • Herkauwers
        • Varken, pluimvee en konijn
      • Master of Science in de bio-ingenieurswetenschappen
        • Landbouwkunde
    • Buitenlandse diploma’s
      • Diploma’s of getuigschriften van buitenlandse opleidingen kunnen eveneens in aanmerking genomen worden. Deze moeten echter voorgelegd worden aan de bevoegde entiteit.
  • Vrijstelling van de stage:
    • Is mogelijk als je minstens twee jaar werkzaam op een landbouwbedrijf  onder het statuut van meewerkende echtgenoot, zelfstandige bedrijfsleider, zaakvoerder of zelfstandige helper.
    • Het statuut van meewerkende echtgenoot/echtgenote, zelfstandige bedrijfsleider, zaakvoerder of zelfstandige helper wordt aangetoond met een verklaring van het sociaal secretariaat waarbij hij/zij is aangesloten.