Het praktijkexamen rijbewijs G
Tijdens het praktisch examen toon je aan de examinator wat je geleerd hebt. Eerst voer je de opgelegde manoeuvres op het privéterrein uit. Als je daarin slaagt ga je met de examinator aan je zij de openbare weg op voor een ritje waarbij je je rijvaardigheid aantoont. Als je ook hier geen te grote fouten maakt, ben je geslaagd en kan je met de nodige formulieren op het gemeentehuis je rijbewijs G gaan afhalen.
Wij maken graag een afspraak voor jou, aanvullend op een praktische opleiding. <Ik wil mij graag inschrijven!>
Wat moet je meebrengen naar het praktisch examen?
- geldige identiteitskaart
- het nog geldige attest van slagen voor het theorie-examen (3 jaar geldig)
- veiligheidshandschoenen ter beschikking hebben.
Het praktijkexamen bestaat uit 2 proeven:
1. Proef op privéterrein
U voert op het privéterrein 4 basismanoeuvres uit.
-
Voorafgaande controles
- bedieningshandelingen
- dashboardkennis
- preventieve controles
- In rechte lijn achteruitrijden
- Draaien in achteruit in een garage
- Koppeling en ontkoppeling van de aanhangwagen
Tijdens de manoeuvres in beweging moet u de veiligheidsgordel bevestigen en de richtingaanwijzers gebruiken. De buitenachteruitkijkspiegels moeten in hun normale gebruiksstand behouden blijven. Ze mogen dus niet dichtgeklapt worden.
Om toegelaten te worden tot de proef op de openbare weg moet u geslaagd zijn voor de proef op het privéterrein. Het slagen voor de proef op privéterrein blijft 1 jaar geldig.
2. Proef op de openbare weg (minimum 40 minuten)
De examinator heeft tot taak na te gaan of je het minimumniveau in rijvaardigheid bereikt en voldoende veiligheidswaarborgen biedt, die nodig zijn om in het verkeer te rijden en verdere rijervaring op te doen. De examinator geeft aanduidingen omtrent de te volgen weg. Zolang hij niets zegt, volg je de rijbaan waarop je zich bevindt. Wanneer je van richting moet veranderen, naar links of naar rechts, zal de examinator dit tijdig melden op de volgende wijze: “Aan het volgende kruispunt links afslaan (rechts afslaan)”. De examinator zal je nooit in een valstrik lokken. Tijdens de proef mag je, om de zichtbaarheid (voor, achter of opzij) te verbeteren, steeds op reglementaire wijze stoppen en bijvoorbeeld de ruiten proper maken of de achteruitkijkspiegels beter richten.
Indien je niet voldoende deelneemt aan het verkeer, kan de examinator jouw examen niet beoordelen.
Je vindt nog meer informatie in deze uitgebreide folder van GOCA.
